feng shui
In Feng shui wordt naar harmonie gezocht voor de woonplek, door het zoeken van evenwicht tussen yin en yang, de 5 elementen (water, hout, vuur, aarde en metaal) en de 8 trigrammen (hemel, meer, vuur, donder, wind, water, berg en aarde) en de positie te bekijken van ‘schildpad, groene draak, feniks en witte tijger’.
Een chinese geomant leest eerst de beïnvloedende elementen uit de omgeving of de genius loci. Daar hoort ook het tellurisch onderzoek bij.
Dan onderzoekt hij de ’energieflow’ in het gebouw inclusief de vorminvloeden. Uit de honderden aandachtspunten geven we een paar voorbeelden: scherpe hoeken worden vermeden, palen worden niet voor een deur geplaatst. Alle architecten zouden toch minstens deze elementen moeten kennen.
Een verdere stap is de windrichtingen-feng shui. Afhankelijk van de positie ten opzichte van de windrichtingen wordt advies gegeven voor een lokaal. Dit is niet zo vreemd, want ervaren we niet allen de opwekkende morgendzon anders dan de bezinnende avondsfeer. In Feng shui is er namelijk een sterke parallel tussen ruimte en tijd.
Soms wordt door het toepassen van Feng Shui al te makkelijk voorspoed beloofd door herinrichting van een ruimte. Dit mogen we relativeren, maar toch is deze visie over energieverloop, vol associatie ook voor ons, westerlingen zeer leerzaam.
Verder kennen we de astrologische Feng shui : de Xuan-Kong-methode. In Hong Kong wordt er geen enkel gebouw gebouwd zonder advies volgens deze laatste methoden.